Ik probeer zoveel mogelijk te werken met hout uit de regio dat vrijkomt bij velling, snoei- en dunningswerkzaamheden. Dit is dus hout wat niets te maken heeft met houtkap (in houtoogsttechnische redenen), maar het restproduct van onderhoud en beheer van houtige opstanden.
Mooi hout en takken die vrijkomen na snoei- en kapwerkzaamheden kan ik gebruiken voor mijn meubels. De vormen van de takken of de structuur van de bast kan voor mij inspiratie zijn. Dit betekent dat er veel tijd zit in het uitzoeken van geschikt materiaal en een passende constructie. Wat ik er mooi aan vind is dat het materiaal karakter uitstraalt en ieder product daardoor weer uniek wordt; en dat het gemaakt word van materiaal dat anders versnipperd of afgevoerd zou worden als brandhout.
Het wordt op de locatie (bos of erf) opgeladen voor transport. Dit wil niet zoals gewoon afvoeren, omdat de takken niet klein (zonder zijtakken) gezaagd mogen worden. Dat kan betekenen dat ik een paar keer moet rijden. Ook als er weinig tijd is om het op locatie te selecteren (er staat een hele ploeg op me te wachten) neem ik de takken voor de zekerheid mee. Het materiaal krijgt een eerste grove bewerking naar gelang de eindbestemming. De lengtes worden ruim genomen. Een grove indicatie van het meubel wordt neergezet om te kijken wat en hoe het mooi bij elkaar past. Hier kan ik nog wat spelen met de vormgeving en de afmetingen van het materiaal. Omdat vers hout gemakkelijk te bewerken is met handgereedschap, worden die bewerkingen eerst gedaan. Pen-en-gat verbindingen moeten droog zijn voor montage, maar ook als de bast blijft zitten moet het hout heel rustig drogen om scheuren tegen te gaan.
Bewerkingen worden veelal met handgereedschap gemaakt, gewoonweg omdat rond en kronkelig hout niet op machines wil/mag. Er worden geen spijkers of schroeven gebruikt om het geheel in elkaar te houden, tenzij het demontabel moet zijn. Het hout wordt afgewerkt met (lijn)olie en/of was.